De jacht op crimineel geld
Marian Husken & Harry Lensink
Hoe de overheid jaagt op het geld van grote criminelen. De geparkeerde miljoenen zijn nergens meer veilig.
'We hadden zo veel geld. We telden de biljetten niet, we wogen ze,' zegt een hasjhandelaar. 'We moesten iets verzinnen.' Zo verdwenen sinds de jaren tachtig miljarden in vastgoed, auto's, juwelen en kunst, en werd via allerlei vage vennootschappen in exotische oorden steeds succesvoller geïnvesteerd in de bovenwereld. De Nederlandse drugsmaffia is uiterst bedreven geraakt in het wegsluizen en witwassen van criminele winsten, daarbij geholpen door een legertje gewillige advocaten, gehaaide fiscalisten en gecorrumpeerde zakenlieden.
Maar de overheid is intussen ook wakker geworden. Onder het mom 'pak ze waar het pijn doet' hebben officieren van justitie, politiemensen, gemeenteambtenaren en belastinginspecteurs de handen ineen geslagen. Ze volgen het geldspoor als nooit tevoren.
In dit boek schetsen Marian Husken en Harry Lensink hoe de overheid jaagt op het geld van grote criminelen en hun 'nette' handlangers. Een aantal kopstukken uit de Nederlandse onderwereld is inmiddels kaalgeplukt: de erven Bruinsma, de weduwe Zwolsman, Willem Holleeder en zijn handlangers. Hun geparkeerde miljoenen lijken nergens meer veilig. Maar de wereld is groot en toevluchtsoorden voor lieden met een koffer vol zwarte euro's zijn er volop. Is de strijd tegen crimineel geld ooit te winnen?